‘Dit voelt niet als werk’
Na een studie sociologie beklom Jeffrey bij de NS de carrièreladder. Hij was regiomanager bij de NS, en had uitzicht op een baan als directeur. Maar thuis aan de keukentafel hoorde Jeffrey de enthousiaste verhalen van zijn vriendin over haar werk in het onderwijs. Hij vertelde dan dat hij weer een kpi (key performance indicator, een maatstaf om de prestaties van organisaties te analyseren) had gehaald. Hij besloot het roer om te gooien.
Verschil maken
‘De verhalen van mijn vriendin waren heel concreet. Ze gingen met name over contact maken en iets toevoegen aan iemands leven. Mijn vriendin werkt als docent voor een internationale schakelklas (ISK, met statushouders). Het is mooi om te horen hoe de leerlingen waarderen dat ze er altijd is en dat ze met haar kunnen praten. Wekelijks ziet ze hoe de leerlingen zich verbeteren en kan ze constateren welk aandeel zij en haar collega’s daarin hebben. Ze maakt verschil in hun leven.
Zoiets miste ik. Ik werkte met volwassen mensen, en deze mensen hadden hun leven op orde. In het zakenleven kun je niet zo vaak zien wat je verbetert in het leven van anderen. Het loopt allemaal wel. Je bent vervangbaar, ook al heb je het gevoel: ik ben belangrijk.
Nu ik voor de klas sta, zie ik kinderen die aan het begin van hun leven staan, die iets opbouwen. Ze hebben zoveel potentie en je kunt als leraar zoveel aan hun leven toevoegen, om hen te helpen worden wie ze eigenlijk zijn.
Realistische overstap
‘Ik nam ontslag bij de NS en heb negen maanden later een baan in het onderwijs gevonden. Ik heb daarvoor het traject van Leraar van Buiten benut. De cursus Zin in Lesgeven trok mij over de streep.
Tijdens de oriëntatie bleek dat mijn loon bij de NS gespiegeld kon worden in het voortgezet onderwijs. Daarmee werd de overstap realistisch, al moest ik wel een stap terug doen omdat ik niet fulltime zou werken. Als het zij-instroomtraject niet gesubsidieerd was, had ik het niet kunnen doen.
Combinatie van werken en studeren
'Ik heb een aanstelling van 0,6 fte op een vmbo-school in Rotterdam, en geef 12 lessen Nederlands aan eerste en tweede klassen. De lessen zijn verdeeld over drie lesdagen. Eén dag per week volg ik de lerarenopleiding aan de Hogeschool Rotterdam, en één dag per week ben ik vrij om lessen voor te bereiden en mijn opdrachten uit te voeren.
Mijn geluk is dat ik tijdens mijn werkende leven steeds ontwikkeltrajecten heb gevolgd, zoals een managementtraineeship. Ook al was ik dus gewend te studeren, het was nooit zoveel als nu. Ik vind het best wel heftig, en de combinatie van werken en studeren is best intensief, het vergt veel energie. Als je deze overstap maakt, moet je het doelbewust doen.
Zingeving
'Mijn advies aan mensen die hierover nadenken is: de overstap zorgt voor zingeving. Doe het, als dit is wat je wilt.
Ik heb het gevoel dat ik de goede keuze heb gemaakt, want ik heb het docentschap nog geen dag als werk gevoeld. Hiervóór vroeg ik me dagelijks af: hoe kan ik mijn tijd zo indelen dat ik zo min mogelijk hoef te werken? Maar dat is nu niet zo. Dit werk gaat me makkelijker af, het ligt me, het is een deel van mezelf.’