Wat brengt het werken op het vmbo?
Onlangs sloeg ik de (online) krant open en las het volgende: ‘Utrecht gaat termen hoger en lager opgeleid niet langer gebruiken.’ In plaats daarvan worden mbo, hbo en wo bij naam genoemd. ‘Er moet meer waardering komen voor het vmbo en het mbo,’ is een veelgehoorde zucht in ons land. Al helemaal nu er een sterk (toekomstig) tekort aan vakmannen en vakvrouwen is. Best wel gek eigenlijk, dat die waardering er blijkbaar vaak in de eerste plaats niet eens is. Hoe komt dat? Heeft het vmbo zo’n slechte naam? Of is er weinig toekomstperspectief voor vmbo’ers? Is een bepaald stigma in het vmbo waardoor men zijn of haar oordeel gelijk al klaar heeft?
In deze blog wil ik dus een lans breken voor het prachtige vmbo waar ik als beginnend docent bewust voor heb gekozen. Als zij-instromer heb ik nog niet superveel ervaring of vergelijkingsmateriaal. Ik heb alleen maar ervaring op het vmbo, maar natuurlijk praat ik ook met ervaren collega’s en bezoek ik uit pure interesse andere scholen of lessen. Mijn doel is om te laten zien dat werken op het vmbo inderdaad anders is, maar net zo leuk kan zijn als ieder ander niveau.
Het mooie aan het vmbo is voor mij de pure interactie met en de spontaniteit van de leerlingen. Ze nemen geen blad voor de mond (in Rotterdam al helemaal niet) en vinden het heel belangrijk om een goede relatie met hun docent op te bouwen. Want zonder een goede relatie krijg je weinig gedaan. Soms zijn ze meer geïnteresseerd in jou dan in de kennis die je wilt overbrengen! Een veelgehoorde klacht: het gedrag van vmbo’ers is lastig. Het is maar hoe je het bekijkt. Ik zou liever willen zeggen: vmbo’ers vereisen een andere aanpak.
Hard werken kunnen ze ook wel, die vmbo’ers. Alleen misschien niet op de manier zoals jij en ik dat gewend zijn (lang luisteren, aantekeningen maken en veel in de boeken zitten). Nee, vmbo’ers willen gewoon lekker dingen doen. Een duidelijke taak krijgen, die snel afmaken en daarvoor de waardering krijgen die ze verdienen. En dan hup, weer naar de volgende. Hou je net als ik van afwisseling en actie? En ben je liever niet driekwart van de les aan het woord? Dan is het vmbo zeker wat voor jou.
Daarnaast kun je in het leven van een vmbo’er (en een mbo’er) echt het verschil maken. Je leert ze om te plannen, doelen te stellen en je leert ze om vragen te stellen over hun eigen toekomst. Je kunt ze motiveren om er echt voor te gaan en ze hebben jouw begeleiding in veel dingen hard nodig. Je bent soms meer een coach dan een docent. En niet onbelangrijk: geef ze de waardering die ze verdienen. Als je al je hele leven hoort dat je niet in de groep van allerslimste leerlingen valt (omdat je niet naar de universiteit kan) en je ‘lager’ bent dan de rest, dan doet dat wat met je. Jij als docent kan daarin een positief verschil maken.
En als laatste: gewoon rondlopen in een vmbo-school is al fantastisch. De spontane begroetingen, de diversiteit en de actie werkt aanstekelijk. Leerlingen zijn druk in de weer met van alles en nog wat: houtbewerking, theater, fotografie, koken, muurtjes metselen…allemaal vaardigheden waar jij als docent misschien geen raad mee weet. Had ik al gezegd dat we deze jongelui hard nodig hebben?